Voyage of the Samba, onze Beagle

4 mei 2021 - Galapagos National Park, Ecuador

Heb je zin in een BBC-documentaire? Ga zitten, beeld je de stem in van David Attenborough en lees verder. Acht dagen lang traden we in de voetstappen van Charles Darwin. Net als hij verkenden wij de Galapagos eilanden per boot. Hij was overdonderd door alle nieuwe schepsels die hij tijdens zijn reis ontdekte. Wij begrijpen dat nu volledig! Een week na onze reis waren we nog alle indrukken aan het verwerken, van zeehonden die met je spelen in het water, hamerhaaien die een meter onder je door zwemmen, pinguïns die in het water als torpedo’s langs je schieten, zeeschildpadden die stoïcijns naar je glimlachen, duizenden mannelijke vogels op een onbewoond eiland die in het paarseizoen alles uit de kast halen om de vrouwtjes te imponeren en te verleiden, dolfijnen die als een escorte al springend de boot begeleiden, walvissen die genieten van de overvloed aan voedsel in het water, tot hoog bejaarde reuzenschildpadden die nieuwsgierig aan je schoenen snuffelen. Het was werkelijk een reis om nooit, maar dan ook nooit meer te vergeten.

"Zodoende lijken we hier, zowel in ruimte als in de tijd, dichterbij dat indrukwekkende feit te komen, dat geheim der geheimen, namelijk hoe nieuwe schepsels op deze aarde verschijnen."
Charles Darwin, Voyage of the Beagle

FOTO'S BIJ DIT VERSLAG (KLIK HIER)

Schip Ahoy landrotten! 
De Beagle voer destijds op basis van de kennis van de van de lokale zeevaarders. Onze reis is uitgestippeld door de uiterst vriendelijke en bekwame bemanning van de Samba, bestaande uit kapitein José, chef Erick, Arnie, Freddie, Sefrado en onze gids Juan, allen afkomstig uit Ecuador. Zorgzaam waren ze ook, José bleef Ine elke dag vragen hoe het ging na één keer zeeziek te zijn geweest. Gelukkig bieden de anti-zeekziektepillen uitkomst. Juan, geboren en getogen op Santa Cruz (Galapagos), bracht als gids en bioloog zijn passie over de natuur en geschiedenis van de Galapagos eilanden vol enthousiasme over. 

De reis startte op het eiland Baltra, om vervolgens de kompasnaald naar het noorden te volgen naar de onbewoonde eilanden Genovesa en Marchena. De reis werd westwaarts voortgezet richting Isabella, het grootste vulkanische eiland van de archipel in de vorm van een zeepaardje, en Fernandina. Via Floreana voeren we naar het centraal gelegen en meest bevolkte eiland Santa Cruz, tevens de centrale hub voor de cruises en veerboten. 

We hadden geen zeebenen nodig om ons thuis te voelen op onze Samba. De charmante zeilboot uit 1966 vond zijn oorsprong namelijk in Nederland. Op voorhand dachten we op een cruise terecht te komen vol met pensionado’s, die normaliter met de Zonnebloem de Rijn op een rustig tempo verkennen. Niets was minder waar! Na een dag bleek al waarom, want de activiteiten volgden elkaar in moordend tempo op. Soms voelde het alsof de dag al voorbij was, terwijl het ontbijt nog aan onze kiezen plakte. Het gezelschap op onze boot bestond (gelukkig) voornamelijk uit jonge en energieke Europeanen en Amerikanen. Met de Europeanen vormden we uiteindelijk een Europese familie. Met hen reisden we na de cruise samen en speelden we fanatiek cuarenta (Ecuadoraans kaartspel). De Europese familie bestond uit Axel & Chloe uit Frankrijk/Italië, en Kerstin, Thorsten & Ferdinand (bijna 2 jaar) uit Duitsland, nu woonachtig in Quito. 

Jaws
Je hebt net geluncht, je hart bonkt in je keel, dit is pas de tweede keer snorkelen tijdens de cruise. Bij de eerste keer snorkelen, een uurtje eerder, begon je net te wennen aan het idee dat kleine witpunthaaien helemaal niet eng zijn. Maar dan in redelijk golvend water, waar je zicht deels belemmerd wordt door algen, doemt er ineens, één meter onder je, een 3 meter lange hamerhaai op! Ze blijken schuw, en zwemmen gauw weer verder op zoek naar octopus. Zolang je niet op een octopus lijkt, ben je totaal niet interessant. Gelukkig maar… 

Het angstzweet konden de haaien een paar dagen later zeker ruiken tijdens een nachtelijke snorkel. Het was pikkedonker! Gewapend met één zaklamp per koppel waagden we ons in ‘the deep blue’. Allemaal vertrouwend op de ervaring van onze gids Juan. Dat iedereen gespannen was bleek wel uit het feit dat we een school vissen vormden. Iedereen bleef het liefst zo dicht mogelijk bij elkaar, voor het ‘safety in numbers’ gevoel. Flippers in je gezicht en blauwe plekken achteraf nam iedereen voor lief. Na 40 lange minuten in het koude water was iedereen opgelucht om levend en wel terug te zijn op de panga (opblaasbaar motorbootje). Jaws had zich deze avond gelukkig niet laten zien.

De enige haai die actief was tijdens onze nachtsnorkel, was de 50 cm lange Port Jackson stierkophaai. Deze haai wordt -net als wij- liever niet opgegeten door grotere haaien. Om dit te voorkomen zitten er vier verschillende doornen op het lichaam. De doornen maken de Jackson haai een te scherp hapje voor grotere haaien. Als Lamarck’s evolutietheorie had geklopt, hadden wij op dat moment uit eigen wil ook vier anti-haaidoornen op onze rug laten groeien. Andere nachtelijke actievelingen waren de kogelvis en de beerkreeft. De beerkreeft konden we de volgende avond nog beter bestuderen, toen deze onze avondmaaltijd vormde. 

Al varend naar de Samba werden we getrakteerd op een magisch tafereel. Groen licht in de duisternis. De panga leek wel op het noorderlicht te varen. Niet de zee zelf, maar fluorescerende algen veroorzaakten dit verschijnsel wat ‘bioluminescentie’ heet. De micro-organismen reageerden op de bewegingen die de panga veroorzaakte. De organismen werden zichtbaar als heldere puntjes en als oplichtende rimpelingen in het zeewater. Een heel bijzondere gewaarwording.

Mas?
Tijdens de cruise snorkelden we vaak meerdere keren per dag. Elke keer dat je je wetsuit aantrekt en een snorkel op je hoofd zet, denk je: “We hebben nu al zoveel gesnorkeld, hoeveel nieuws kunnen we nog tegenkomen?” Het stopwoordje van de 2-jarige mascotte, Ferdi, was: ‘Mas?’ En op meer (=mas) werden we elke keer weer getrakteerd! 

Was er een zeldzaam moment waarin je geen dieren zag die je al was tegengekomen, dan zag je ze wel op een andere manier actief. Zeeschildpadden die na een siësta met slaperige ogen onder de zandlaag vandaan kruipen. Op een ander moment zie je ze rustig eten of in groepjes aan de oppervlakte zonnen met een brede glimlach op hun gezicht. Daarnaast waren de snorkelplekken heel divers. ‘Devils Crown’, gelegen nabij het eiland Floreana, was voor ons de meest waanzinnige snorkelplek. Ook hier werden we absoluut getrakteerd op ‘mas’. Het zeewater was kraakhelder. Vissen en koraal waren in grote getalen aanwezig. Het was werkelijk een koninklijke plek voor onze laatste snorkel.

Dieren die er op land langzaam en onhandig uitzien, razen je onder water als een torpedo voorbij. Om zes uur ’s ochtends is het spitsuur voor de pinguïns. In grote getallen zijn ze onderweg naar een hapje vis. Rond elven vertrekken de zeeleguanen naar zee om zeewier te grazen, soepel glijden ze door het water met hun pootjes tegen hun lichaam gedrukt, als een slang over het land. Dat Darwin niet alleen feiten beschrijft, maar ook zijn eigen gedachtes de vrije loop laat blijkt wel uit zijn beschrijving van de zeeleguanen in zijn dagboek: "Op de rotsen langs de kust zitten zeer veel grote, zwarte hagedissen, die ongeveer een meter lang zijn. Het dier heeft een AFSTOTEND uiterlijk, is VUILZWART, DOM en beweegt zich TRAAG. Ze worden tot enkele honderden meters uit de kust aangetroffen en zwemmen daar dan rond". Darwin vergat echter te vermelden dat ze ongelofelijk stinken naar rottend zeewier. De stank was absoluut een vermelding in zijn dagboek waard geweest.

De familie van de zeeleguanen verspreiden gelukkig niet zo’n weerzinwekkende geur. De voorvaderen en voormoeders leguanen kwamen (minstens) tweemaal op de Galapagos Archipel aan en schiepen de eerste keer een zeevaarder en de tweede keer een landrot. De eerste aangekomen leguaan evolueerde naar een zeeleguaan. Op land was weinig voedsel te vinden, terwijl de zeebodem enorme hoeveelheden zeewier aanbood. Hierbij schiep de natuur de enige bestaande zeeleguaan. Twee miljoen jaar later kwam dezelfde voorvader weer aan op de Galapagos. De zee was al gevuld met leguanen, dus schiep de voorvader de Galapagos landleguaan. De tweede leguaan is sterk, een mannetje kan een ander mannetje dood wurgen. Om zichzelf te beschermen en te voorkomen dat anderen hun nek naar beneden kunnen drukken, groeiden hun hanenkammen steeds verder omhoog. 

Wauw/Oehlala
‘Wauw!’, de altijd enthousiaste Kerstin verwoordde precies wat iedereen dacht, en als we haar niet hoorden dan hoorden we wel een Franse ‘Oehlala’. Als we deze woorden hoorden wisten we precies wat er aan de hand was. Een heerlijke maaltijd of een fantastisch uitzicht stond op ons te wachten. Vele dieren lieten zich zien tijdens de vaartocht en genoten van de voedselrijkdom in zee, zoals: ‘gewone’ dolfijnen, tuimelaars, brydevinvis, 3 meter brede reuzenmanta’s, vliegende vissen (ze vliegen met gemak 20 meter lang vlak boven het wateroppervlak), vreetpartijen van vissen en zeevogels en een op tonijn jagende orka. Never a dull moment!

De wauw’s en oehlala’s vlogen ook om onze oren tijdens de opdracht van gids Juan. Om de evenaar over te varen moesten we ons verkleden als een dier. De eerder bezochte poeltjes, met zeekomkommer, inktvis (ja, deze spuit echt met inkt wanneer bedreigd) en allerlei andere weekdieren, vormden een goede inspiratie. Iedereen had z’n uiterste best gedaan en zag er prachtig uit, van blauwe zeesterren, fregatvogels tot gouden roggen. Samengeklonterd als ware (zee)dieren in de brug van de Samba vierden we met champagne het passeren van de Evenaar.

Nadat Juan zijn zaklamp uitzette maakte ‘wauw’ plaats voor ‘wow!’ Vijftien minuten geleden waren we op kleine houten treden afgedaald met onze zaklampen in een lavagrot. Vervolgens werd de tocht in de holte van de grot al zwemmend voortgezet. Aangekomen bij het einde van de grot moesten we onze zaklampen inleveren bij Juan. Vijf minuten brachten we al zwemmend door in volledige duisternis en bijna volledige stilte, vertrouwend op onze in de war gebrachte zintuigen. Het enige geluid was het overlevingsgespartel van de groep en onszelf. 

Blue Planet vanaf de boot(jes)
Vanaf de kayak kwamen we letterlijk in een BBC-scene terecht uit Blue Planet. Mede door de tip van Juan heeft de BBC hier een waanzinnige scène gefilmd over zeeleeuwen die samenwerken om tonijn te vangen. De tonijnen worden door de zeeleeuwen naar een ondiepe baai gedreven. Eenmaal in het nauw gedreven is er geen ontkomen meer aan. De tonijnen vormen dan een makkelijk hapje voor de hongerige zeeleeuwen. Het hele tafereel onder water hebben we helaas niet met eigen ogen kunnen volgen. Misschien maar beter ook. Wel hebben we het eindresultaat aanschouwd. Peddelend in een kayak zagen we de zeeleeuwen een geelvintonijn naar binnen schrokken, onder toeziend oog van pelikanen, reigers en een zwartpunthaai die graag een stukje vis meepikken. Wij hadden meer geluk dan de BBC crew, zij moesten meer dan 21 dagen wachten om dit te kunnen filmen.

Op de panga (opblaasbaar motorbootje) lachte het geluk ons tevens toe. Terwijl de lucht oranje kleurde van de ondergaande zon, zwom een grote groep van 50 valse orka’s met sneltreinvaart onder onze panga door. De crew twijfelde geen moment en zette meteen vol gas een net iets te snelle achtervolging in over de aanzwellende golven, mede vanwege hun eigen enthousiasme. Voor hen was het vijf jaar geleden dat ze deze walvissen hadden gezien. De adrenaline gierde door ons lichaam terwijl we de orka’s tevergeefs probeerden bij te houden. De orka’s verdwenen in de verte. 

Vanaf de panga/kayak zagen we nog veel meer. Heb jij ooit een pinguïn gezien ten noorden van de evenaar (en dan niet in de dierentuin, betweter!) of in een tropische mangrove? Wij hebben er meer dan één gespot, tezamen met jonge haaien, jonge adelaarsroggen, gouden roggen en slapende zeeschildpadden. De mangroves op de Galapagos zijn heel anders dan de - door ons eerder bezochte - mangroves op Bonaire. Op Bonaire zijn de mangroves begroeit met koraal en is het water heel helder. Rondom de Galapagos is de zee veel voedselrijker en troebeler door de vele algen en plankton. Koraal komt daardoor relatief weinig voor. Wel zijn de mangroves op beide plekken de kraamkamer voor vele zeedieren en dus belangrijk om te beschermen. Een goede reden om op te letten bij het kopen van garnalen/gamba’s. Op veel plekken worden mangroves helaas verwoest voor de kweek van garnalen. Dit is helaas ook het geval rondom de grootste stad van Ecuador Guayaquil. Vanuit het vliegtuig is de ‘verwoesting’ duidelijk zichtbaar.

Vis liefhebbende land (-en lucht)rotten
"Ik had er nog geen moment bij stilgestaan dat eilanden die slechts vijftig of zestig mijl van elkaar lagen, en die elkaar ook vaak in zicht hebben, en precies hetzelfde klimaat hadden, en allemaal ongeveer even hoog waren, toch andere diersoorten hadden."
Charles Darwin

Genovesa, een van de oudere eilanden van de archipel, is een waar vogelparadijs. Op deze plek vullen vogels de lucht en cirkelen duizenden vogels boven je hoofd. Op land maken zij nog meer indruk. De mannelijke partnerloze fregatvogels, blazen hun krop op tot een hartvormige rode ballon. Spijtig genoeg voor hen, imponeerden zij met dit gedrag vooral ons, de bezoekers. De meeste vrouwtjes vliegen verder. Naast de knalrode ballon, bepalen locatie en het aanbieden van een mooi nest de keuze voor een mannetje. De roodpoot- en nazcagent zijn hiervan het slachtoffer. Elke keer als een gent langs vliegt met een schaars takje begint de achtervolging en pogen de fregatmannen deze te stelen. Een vogel met takje in zijn bek betekent op dit volgeleiland absoluut geen vrede, maar juist oorlog. Desondanks zijn alleen de zwaluwen een slachtoffer te noemen op dit eiland. De weelde in aantallen vogels verraadt de afwezigheid van natuurlijke vijanden. De enige vogeljager, de Galapagos velduil, lust graag een zwaluwhapje, zowel ’s nachts als overdag!

Na het zien van zoveel vogels op één eiland, maakten de flamingo’s op Isabella vooral indruk vanwege hun kleur. Hun aantal, ongeveer 10, leek erg miezerig vergeleken met de zwermen op Genovesa. Vriendelijk ogende reuzenschildpadden komen hier wel in grote getalen voor. Al zittend langs de kant van een pad komt een oude dame, een schildpad van minstens 90 jaar oud, langsgelopen. Blijven zitten is belangrijk om de schildpadden niet af te schrikken met onze lange lichamen. Haar nieuwsgierigheid leidt haar naar de jongedame die naast ons zit. Ze neemt alle tijd om haar tenen te besnuffelen, haar ademhaling klinkt als een mechanische pomp. Bij de volgende langslopende schildpad komen Tijmen’s schoenen aan bod en worden uitgebreid bestudeerd. De geur van zweetvoeten is schijnbaar erg aanlokkelijk.
  
Wanted: postbezorger
Deze fantastische en bijzondere cruise-ervaring willen we natuurlijk maar al te graag delen met anderen via een kaartje. Helaas blijkt de nationale postmaatschappij failliet en lijkt een brief posten, onmogelijk. Op het eiland Floreana in ‘Post Office Bay’ vinden we een eeuwenoud alternatief. Zeevaarders hebben hier een oud rum-vat neergezet, welke nog steeds als brievenbus dient. Zeevaarders zijn ‘verplicht’ om brieven mee te nemen en deze persoonlijk te bezorgen aan de geadresseerde, mits dat mogelijk is. Bezoekers aan dit eiland zetten deze traditie voort. In het rum-vat zitten honderden brieven te wachten op een persoonlijke bezorger. Dus aan iedereen die na het lezen van dit epistel ook enthousiast is geworden om de Galapagos te ontdekken: ga vooral en kijk of je onze postbezorger kan zijn voor onze vrienden of familie!
 

Van reisblog naar fotoboek
Laat een prachtig fotoboek afdrukken van je verhalen & foto's. Al vanaf € 21,95.
reisdrukker.nl

Foto’s